Opdracht 14: verleden tijd - sterk + zwak

Noteer de persoonsvorm in de verleden tijd.
Tijl Uilenspiegel en de gierige buurman

Tijl.png

De buurman van Tijl Uilenspiegel, die erg gierig (zijn) , had een varken geslacht.

In het dorp was het de gewoonte om de helft van elk geslacht dier met anderen te delen.

De gierige buurman (willen) dat natuurlijk niet en hij (vragen) de slimme Tijl Uilenspiegel om raad.

Tijl (adviseren) hem om het varken buiten te hangen.

's Nachts, als iedereen (slapen) , moest hij het varken dan weer weghalen.

De volgende ochtend (kunnen) hij dan aan iedereen vertellen dat het varken gestolen was.

Dat (lijken) de buurman een goed idee en hij (hangen) het varken buiten.

Maar toen hij 's nachts het varken wilde binnenhalen, was het verdwenen: Tijl was hem vóór geweest.

De man (zoeken) overal, maar nergens (treffen) hij ook maar een stukje van het beest aan.

Bij het krieken van de dag (kloppen) hij aan bij Tijl Uilenspiegel.

Hij (vertellen) Tijl wat er was gebeurd terwijl de tranen over zijn wangen (biggelen) .

Tijl (overladen) hem met complimenten over dit toneelspel en hij (aanmoedigen) hem zijn verdriet met anderen te delen.

Hoewel de buurman erg zijn best (doen) om Tijl uit te leggen dat hij geen toneel (spelen) , (blijven) Tijl glimlachen.

Hij (zeggen) voortdurend dat de buurman geweldig (acteren) .

In plaats van een half varken was de buurman nu een heel varken kwijt.

Toen Tijl later de ware toedracht (vertellen) in het dorp, (vinden) iedereen dat de buurman zijn verdiende loon had gekregen.