Opdracht 3: voltooid deelwoord op -t of -d
Wat is het voltooid deelwoord van deze werkwoorden?
Veel werkwoorden hebben een voltooid deelwoord dat op -t of -d eindigt.
(fietsen) gefietst
(horen) gehoord
1. (afronden) Een 6,7 is
een 7.
2. (bevrijden) Heel Nederland was in mei 1945
van de Duitsers.
3. (herkennen) De beroemde popster werd door iedereen op straat
.
4. (inpakken) Het cadeautje moet nog worden
.
5. (missen) We hadden de trein bijna
.
6. (poffen) Als je maïs hebt
, dan heb je dus popcorn.
7. (toejuichen) De kampioen werd urenlang
door zijn fans.
8. (verbouwen) Deze zomer wordt mijn kamer
.
9. (vermommen) Met carnaval ga ik
als spiderman de straat op.
10. (verroesten) Door de regen is die fiets helemaal
.
11. (weerkaatsen) Die mooie boom wordt
door het water.
12. (wensen) Had u nog een toetje
?
Controleer
OK