Opdracht 15: tegenwoordige tijd
Vul de persoonsvorm in in de tegenwoordige tijd.
hele werkwoord
stam
ik-vorm
1. grazen
graz
ik graas
Een paard
gemiddeld zestien uur per dag in de wei.
2. bloeien
ik
Deze plant
maar één keer in de vijf jaar.
3. beantwoorden
ik
Ik
haar e-mails lang niet altijd.
4. verliezen
ik
Ajax
morgen vast en zeker weer van Feyenoord.
5. dragen
-
-
Wij
de verhuisdozen wel even naar boven.
6. vinden
ik
Femke
de nieuwe kleren van Samira erg leuk.
7. houden
ik
Mariet
wel van katten, maar niet van honden.
8. kleven
ik
Er
een stuk kauwgom onder mijn schoen.
9. verrassen
-
-
De goochelaar en de clown
ons enorm met hun grappige show.
10. worden
ik
De nieuwe school
volgende week geopend.
11. drijven
ik
Het schip
al een tijdje in de haven.
12. zitten
ik
Ik
nu al een half uur op Joeri te wachten!
Controleer
OK