Opdracht 6: vragend voornaamwoord
Noteer alle vragende voornaamwoorden.
1. Wie heeft jouw huiswerk gemaakt?
vr vnw =
2. Wat heb je voor je verjaardag gekregen?
vr vnw =
3. Wat voor spel ben je aan het downloaden?
vr vnw =
4. Over welk onderwerp gaat jouw spreekbeurt?
vr vnw =
5. Kun je even op internet opzoeken welke bus ik moet nemen naar school?
vr vnw =
6. Mag ik zien wat voor cd's je hebt geleend van de bibliotheek?
vr vnw =
7. Wat vind jij het mooiste nummer van Beyonce?
vr vnw =
8. Aan wie kun je vragen hoe laat het schoolfeest begint?
vr vnw =
9. Ik weet niet welke opdrachten je moet maken.
vr vnw =
10. Wat voor een auto hebben jullie eigenlijk?
vr vnw =
Controleer
OK