Opdracht 20: bijvoeglijk naamwoord

Noteer de bijvoeglijke naamwoorden.
1. Die modebewuste meisjes dragen bijna altijd hippe kleding.
bn = ,

2. Onlangs heeft Bob een zilveren piercing laten zetten.
bn =

3. Zelfgemaakte tasjes zijn goedkoper en bovendien heel origineel.
bn = , ,

4. Het populairste kledingstuk is al jaren de gebleekte spijkerbroek.
bn = ,

5. Eindelijk heeft de verlegen jongen een stoerder kapsel laten knippen.
bn = ,

6. Op haar zijden blouse draagt Tessa een plastic vlinder.
bn = ,