Opdracht 19: bijvoeglijk naamwoord

Vul de bijvoeglijke naamwoorden in in de juiste vorm.
1. Na een (jarenlang) voorbereiding vertrok de (jong) ontdekkingsreiziger voor zijn (avontuurlijk) tocht naar de Noordpool.
2. Dit bedrijf ontwerpt (functioneel) kleding voor (enthousiast) sporters.
3. De (bekend) acteur speelt een (serieus) rol in een (nieuw) film.
4. De (knap) fietsenmaker heeft gistermiddag de (kapot) spaken in het achterwiel vervangen.
5. Tessa draagt op haar (koper) bruiloft een (zilver) ketting.
6. Mijn (stokdoof) tante is erg geholpen met haar nieuwe gehoorapparaat.
7. Die (gewetenloos) oplichter heeft veel geld van (oud) mensen gestolen.