Opdracht 18: bijvoeglijk naamwoord

Noteer de bijvoeglijke naamwoorden.
1. Een goede vriendin stuurde me een paar dagen geleden een fantastische foto van haar zelfgemaakte brownies.
bn = , ,

2. Ik weet hoe lekker deze brownies zijn!
bn =

3. Toen ik dit opschepperige bericht las, heb ik haar gefeliciteerd met een dikke, digitale knuffel.
bn = , ,

4. De meeste mensen willen deze zoete lekkernijen in grote hoeveelheden kopen.
bn = , ,

5. Ik hoop dat mijn vriendin een dikke boterham aan het lekkere gebak zal verdienen.
bn = ,