Als er geen onderwerp of lijdend voorwerp in de zin zit, zet dan een streepje ( - ) of vul 'geen' in!

1. Mijn vader moest vorige week zelf een lekke achterband zien te verwisselen.
wg =
ow =
lv =


2. De politie van Amsterdam probeert de ontsnapte crimineel met helikopters terug te vinden.
wg =
ow =
lv =

3. De toeristen uit Engeland wilden met de trein van Den Haag naar Rotterdam reizen.
wg =
ow =
lv =

4. Geef dat geld maar aan mij!
wg =
ow =
lv =


5. De zwaarste sumoworstelaar aller tijden woog ruim 270 kilo.
wg =
ow =
lv =

6. De dierenwinkel tegenover ons huis heeft gisteren twee prachtige herdershonden verkocht aan mijn oom.
wg =
ow =
lv =

7. De nieuwe auto van mijn buurman kan meer dan 200 kilometer per uur rijden.
wg =
ow =
lv =

8. Tijdens haar bruiloft met Willem-Alexander huilde Maxima middenin een Argentijnse tango de beroemdste tranen van Nederland.
wg =
ow =
lv =

9. In de webwinkel van mijn oudste broer kun je tweedehands computers kopen tegen zeer gunstige prijzen.
wg =
ow =
lv =

10. De eigenaar van het restaurant begroet de gasten altijd persoonlijk.
wg =
ow =
lv =

11. Deze breedbeeldtelevisie kost alleen vandaag slechts €250,-.
wg =
ow =
lv =

12. Raadde de leraar wiskunde jou bijles over breuken en procenten aan?
wg =
ow =
lv =


13. De journalist van de Volkskrant zou de nieuwe wereldkampioen darten graag uitgebreid willen interviewen.
wg =
ow =
lv =

14. Probeer ondanks de tijdsdruk de juiste beslissing te nemen!
wg =
ow =
lv =

15. Met behulp van satellietfoto's kan het KNMI het weer van de komende dagen zeer nauwkeurig voorspellen.
wg =
ow =
lv =