Opdracht 3: zinsdelen t/m lijdend voorwerp (hm-niveau)

Noteer werkwoordelijk gezegde, onderwerp en lijdend voorwerp.
kapottefiets.jpg
1. Voor mijn verjaardag krijg ik hopelijk een nieuwe fiets.
wg =
ow =
lv =

2. De klas maakte tijdens de les Frans een moeilijk proefwerk.
wg =
ow =
lv =

3. Morgen halen we onze oom op van het vliegveld.
wg =
ow =
lv =

vriend.jpg
4. Hebben jullie haar nieuwe vriend al ontmoet?
wg =
ow =
lv =

5. Vorige week verloor onze club een belangrijke wedstrijd.
wg =
ow =
lv =

vuurwerk.gif
6. Op oudejaarsavond steekt bijna iedereen vuurwerk af.
wg =
ow =
lv =

7. Jou zal ik nooit vergeten!
wg =
ow =
lv =

8. Volgens mij moet je Sandra een euro teruggeven.
wg =
ow =
lv =

hooligans.jpg
9. Na afloop van de voetbalwedstrijd gingen de hooligans een kop koffie drinken.
wg =
ow =
lv =

10. De monteur repareert de brommer van mijn neef.
wg =
ow =
lv =

baklava.jpg
11. Je mag wel een stukje baklava proeven.
wg =
ow =
lv =