Opdracht 3: werkwoordelijk gezegde + onderwerp (vh-niveau)

Noteer van iedere zin werkwoordelijk gezegde en onderwerp.
Als er geen onderwerp in de zin staat, zet je een minnetje ( dus een - ).

1. Vanwege het brandalarm moesten de bezoekers van de late film de bioscoop verlaten.
wg =
ow =
spookrijder.mp4
2. Dat bizarre verhaal over die spookrijder werd gisteravond door de politie niet meteen geloofd.
wg =
ow =

3. Tijdens zijn poging tot inbraak werd de onhandige dief door de nachtwaker al na 3 minuten ontdekt.
wg =
ow =

4. De directeur en het personeel probeerden gistermiddag tijdens een lange vergadering een paar goede afspraken te maken.
wg =
ow =

telefoon.mp4
5. Doe aan het begin van de les je telefoon in je tas!
wg =
ow =

6. Op het station heeft de gehaaste reiziger nog een heerlijk kopje koffie weten te bemachtigen.
wg =
ow =

7. De brand in de sporthal heeft zich uitgebreid naar het aangrenzende kantoorgebouw.
wg =
ow =


clowns.gif
8. Tijdens het schoolfeest hebben de kinderen van groep 7 een minuut of twintig aandachtig naar de voorstelling van de clowns zitten kijken.
wg =
ow =

9. De journalist van de Volkskrant heeft een uitgebreid interview gehouden met Badr Hari.
wg =
ow =

10. Beschuldig niet elke keer je buurman!
wg =
ow =