Opdracht 1: persoonsvorm
Noteer van iedere zin de persoonsvorm.
Je kunt de persoonsvorm vinden door:
- de zin vragend te maken (vraagproef)
- de zin in een andere tijd te zetten (tijdproef)
- de zin van getal te veranderen (getalproef).
1. Veel brugklassers zouden niet meer zonder hun iPad kunnen.
pv =
2. Mijn oudste zus wil nooit afwassen.
pv =
3. Kijkt jouw broertje van 6 al naar het Jeugdjournaal?
pv =
4. Ismail houdt op YouTube een vlog bij over zijn avonturen in Zaandam.
pv =
5. De ijsberen hebben last van het smelten van het ijs op de Noordpool.
pv =
6. Ondanks het gepraat van zijn klasgenoten heeft Ali een mooie spreekbeurt over rap gehouden.
pv =
7. Karina belde gistermiddag bij ons aan voor een kopje koffie.
pv =
8. Mogen de brieven over de ouderavond al aan de leerlingen meegegeven worden?
pv =
9. Ze probeerde haar T-shirt te wassen op 60 graden na haar val in de modder.
pv =
10. Een kickbokser probeert sneller te trappen dan zijn tegenstander.
pv =
Controleer
OK